Een nieuwe baan voor Ali: eerst doen, dan praten

6 okt

Ali is dakloos en kan slecht voor zichzelf zorgen. Paul Spiegelenberg van de gemeente Amersfoort helpt hem zijn leven weer op te pakken en naar werk te begeleiden. “Snel in beweging komen is het belangrijkst.”

Voordat Ali bij de projectgroep Werken naar Vermogen in Amersfoort komt, heeft hij lang op straat gezworven. Hij heeft psychische problemen, financiële schulden en kampt met veel pijn als gevolg van een whiplash.

Paul Spiegelenberg (trajectbegeleider arbeidsintegratie) begeleidt cliënten als Ali naar werk of naar een hoger treetje op de re-integratieladder. Hij is onder de indruk van de ‘bak ellende’ die Ali over zijn leven uitgestort heeft gekregen. Hij had bij een slachtbedrijf gewerkt, maar hier werkte hij zich hier nog verder in de nesten. Als er iets zwaars getild moest worden deed Ali dat zonder morren, ook al kon zijn lichaam dat niet meer aan. Nee zeggen om zichzelf te beschermen, daar had hij grote moeite mee.

Paul wil Ali weer zelfredzaam maken, zodat hij op een fatsoenlijke manier kan wonen en van zijn schulden afkomt. Uiteindelijk moet Ali weer aan het werk, maar wel op een plek die bij hem past. Maar wil Ali dat zelf ook?

Slecht matras

Elke keer als Ali bij Paul op bezoek komt, doet hij uitgebreid al zijn problemen uit de doeken. Weliswaar heeft hij inmiddels weer een dak boven zijn hoofd, maar nu klaagt hij over de belabberde woonomstandigheden. Zijn matras is van zo’n slechte kwaliteit dat hij met zijn schouderklachten nauwelijks kan slapen. Als gevolg daarvan heeft hij een chronisch slaaptekort.

Paul hoort het geklaag geduldig aan. Totdat hij op een zeker moment er genoeg van krijgt. “Ik hoor elke keer dezelfde plaat”, zegt hij tegen Ali. “Er moet wat gebeuren. Laten we stoppen met praten en nu in beweging komen.”

Ali zegt geen nee.

Paul neemt Ali naar werkplekken van het project Werk Mee, een vorm van vrijwilligerswerk voor mensen met een bijstandsuitkering die op grote afstand van de arbeidsmarkt staan. Kandidaten leren hier om weer in een werkritme te komen en structuur in hun dag aan te brengen. Zo leidt hij Ali rond bij zorgboerderij De Stoethoeve in Soest.

Werk op de zorgboerderij ligt Ali niet, maar hij komt wel met een eigen voorstel. Kan hij bij een autopoetsbedrijf van een bevriende kennis een begeleide werkplek krijgen? Dit keer is het Paul die geen nee zegt. De gemeente Amersfoort plaatst Ali voor maximaal 12 uur per week. Het heet dit keer geen meewerkplek, maar een stage.

Autopoetser

Ali is geen all round autopoetser, want van ronddraaiende bewegingen krijgt hij last van zijn schouder. Wel kan hij andere poetswerkzaamheden doen, zoals stofzuigen. Ook zorgt hij voor de overschrijving van kentekenbewijzen en haalt hij auto’s op bij klanten. Dat is helemaal werk naar Ali’s vermogen.

Paul brengt Ali’s stage in als casus voor de pilot loondispensatie. Deze pilot moet inzicht geven of een tegemoetkoming in de loonkosten werkgevers stimuleert om mensen als Ali aan werk te helpen. Een medewerker van Amfors gaat met een Dariuz-onderzoek de competenties en beperkingen van Ali in kaart brengen. Daarnaast komt er een onderzoek op de werkplek om zijn loonwaarde te bepalen. De uitslag van dit onderzoek kan zijn dat de werkgever van Ali vijftig procent van zijn loon betaalt. De gemeente vult de rest van het bedrag aan tot het minimumloon.

In beweging

Zowel Ali als zijn werkgever zijn tevreden over de eerste drie maanden. Ali is een prettige persoon om mee samen te werken. Daarop besluit Paul de plaatsing met twee maanden te verlengen. Via de bijzondere bijstand weet Paul te regelen dat Ali een beter bed kan aanschaffen, zodat hij ’s nachts voortaan goed slaapt.

Van een murw geslagen man is Ali veranderd in een medewerker met grote betrokkenheid bij het wel en wee in de garage. Hij kampt nog steeds met allerlei problemen, maar heeft wel vertrouwen in de toekomst. In dit geval is het belangrijk geweest dat Ali in beweging kwam, zegt Paul. “Het is belangrijk om zo snel mogelijk in het traject iets te ondernemen met de cliënt: gewoon doen. Het praten komt daarna wel weer.”

Plaats een reactie